Een Bed & Breakfast centraal gelegen in Andalusië

Welkom.
Op deze weblog kom je alles te weten over het wel en wee van een B&B.
Ons emigratieverhaal en de verbouwing van deze cortijo staan op www.spaansedromen.wordpress.com
En als je tot slot zin hebt om het allemaal in het echt te aanschouwen, kijk dan voor meer informatie op
http://www.cortijodelsueno.com

zaterdag 10 december 2011

Pompoenen

Het leek me zo leuk om met halloween een grote oranje pompoen te hebben staan. En een grote schaal met kleine verschillende pompoenen staat ook heel decoratief in de herfst en winter. Als je dit wilt moet je vroeg in het jaar beginnen. De zaadjes worden eerst in de kas ontkiemd, dit is al ergens in april. Als het kleine plantjes zijn dan kan je ze uitzetten in de volle grond. Een pompoenplant neemt aardig wat ruimte in met zijn lange slierten. Dus een flinke lap grond is wel noodzakelijk. Ik weet nog dat onze overburen in Zwijndrecht ook een keer kwistig met zaadjes van pompoenen in het rond hadden gestrooid met het gevolg dat hun hele tuin helemaal overwoekerd werd met de lange tentakels van de plant. We hebben nog lege plekken onder de olijfbomen en aangezien de olijven pas in januari worden geplukt kunnen nu daar wel de pompoenen in alle rust groeien. Heel de zomer hebben we ze verwend met een plons water maar erg veel vruchten komen er niet aan. Ergens in augustus zien de planten er erg armetierig uit, de blaadjes worden dor door de zon. De paar pompoenen die er aan zitten groeien ook niet erg hard. En tegen de tijd dat het halloween is zit er geen pompoen aan die maar enigszins de grootte heeft van een hoofd. Natuurlijk kan ik in de winkel een grote oranje kopen maar het is juist zo leuk om ze zelf te kweken. Helaas, dit jaar zijn de pompoenen mislukt op een paar kleine decoratieve na. Volgend jaar weer proberen!

zaterdag 3 december 2011

Afdakje


Als je denkt dat we ooit klaar zijn met klussen dat heb je het mis. Er zijn altijd wel dingen om te doen. Sommige dingen moeten en andere dingen willen we. Zo ook een afdakje boven de woonkamerdeur. Echt noodzakelijk is het niet, maar het houdt wel de regen van de voordeur weg en we vinden het ook leuk staan. Eerst een houten frame tegen de muur bevestigen en daarna een dakje maken. Er zijn verschillende mogelijkheden om het te bedekken. Wij kiezen voor dakpannen omdat het in stijl is met de rest van de afdakjes en overkappingen. Het enige nadeel van dakpannen is dat het nogal een gewicht heeft. Eerst van die terracotta broodjes, dan een laag cement en dan nog met cement de dakpannen vastzetten. De vraag is of het houten frame zo’n gewicht wel houdt en of de schroeven waarmee dat frame aan de muur zit wel zo blijft zitten. Om het wat lichter te maken gebruiken we de terracotta broodjes niet, dat scheelt al een paar kilo. Er moet natuurlijk wel een ondergrond voor de dakpannen komen. We kopen een rol bamboe en bevestigen dat als eerste. Daarna een laag cement op de bamboe. Als dat hard is kunnen de dakpannen erop gemetseld worden. Een likje latex over het grijze cement en het afdakje is klaar. Nu maar hopen dat het toch niet te zwaar is geworden en straks naar beneden komt zeilen.

dinsdag 15 november 2011

Dakgoot

Oude huizen hier hebben vaak geen dakgoot. Waarschijnlijk regende het vroeger nooit. Maar nu kan het toch behoorlijk gieten en dan is een dakgoot toch eigenlijk wel noodzakelijk. In het begin hebben we meteen een dakgoot aan het einde van het dakterras bevestigd omdat anders het terras van onze gastenkamer Adelfa daaronder een lading water krijgt. Maar verder dan die paar meter zijn we nooit gegaan. Als je een dakgoot gaat aanleggen krijg je altijd meteen de vraag: wat voor soort materiaal. De buurman raadde ons meteen kunststof af want dat trekt door de zon helemaal krom. Die van hem is al zo krom dat het water overal tussendoor lekt. Zelf vinden wij een dakgoot op een oude cortijo helemaal niet passen maar als er dan toch eentje moet komen dan eentje die niet opvalt. En dan kom je toch uit op de kleur wit. En wit is dan toch kunststof. Bij de bouwmarkt valt het ons meteen al op dat het heel slap materiaal is en dat is zeker niet bestendig tegen de enorme UV straling en hitte. En dan komen we bij een winkel terecht die degelijk materiaal aan projecten en aannemers verkoopt. De dakgoten die zij verkopen zijn van goede kwaliteit maar natuurlijk hangt daar een ander prijskaartje aan. We besluiten toch voor kwaliteit te gaan en zijn nu bezig het hele huis van dakgoten te voorzien. Achter de bijkeuken en de achterkant van het gastengedeelte is klaar. We plaatsen hier en daar ook nog een watercontainer zodat we wat van het regenwater kunnen opvangen en bewaren om de plantjes water te geven. Zo, nu nog 30 meter te gaan.

dinsdag 1 november 2011

Nieuwe tolweg geopend




De nieuwe tolweg wordt morgen opengesteld, staat er in de krant van donderdag. Aangezien we toch naar de kust gaan kunnen we het meteen uitproberen. De nieuwe weg, de AP-46, begint op de A45 ter hoogte van het dorpje Villanueva de Caucho en gaat dan dwars door de bergen heen schuin richting Benalmádena. De ideale weg voor onze gasten om snel naar het vliegveld te gaan. Wij sorteren netjes voor om de nieuwe weg uit te proberen maar vlak voor de afslag staat er een mannetje te zwaaien en te wijzen dat de weg nog niet open is. Huh? Het is toch vrijdag? Weer typisch Spaans natuurlijk. Helaas, we moeten nog gewoon de A45 nemen en via de ringweg van Malaga door naar Torremolinos en dan naar Benalmádena. Op de terugweg gaan we het weer proberen, tenslotte is het dan al bijna avond. En ja hoor, de nieuwe tolweg is open. De weg laat de drukte van de voorsteden van Malaga én Malaga zelf, langs de kust liggen en gaat schuin naar boven, richting Antequera. Het ziet er allemaal netjes uit, op sommige stukken zelfs 5 baans, of zeg je dan 10 baans. De vangrails blinken je tegemoet, in de bochten zitten ledjes in het asfalt en hier en daar een verdwaalde lantaarnpaal. De bergwanden zijn verstevigd met enorme rotsblokken. Het traject van 24,5 kilometer heeft 6 tunnels en 17 viaducten. Dit alles heeft zo’n slordige 370 miljoen euro gekost en dat moet via tol weer terug in de kas komen. Op het eind van de weg zijn de tolhuisjes. Als we het raampje naar beneden draaien legt een lachende tolbediende uit dat we vandaag gratis over de tolweg mochten en hij zei het op een manier alsof hij persoonlijk voor ons de tol had betaald. Nou, we bedanken hem hartelijk. Wij zijn zeer te spreken over deze nieuwe weg en zullen het best vaak gaan gebruiken want dit is de kortste en snelste manier om naar het vliegveld en ook naar mijn vader te gaan. Op dit moment is de afslag naar het vliegveld vanaf deze weg nog niet open maar zo gauw dat wel is maken we voor onze gasten een nieuwe routebeschrijving.

vrijdag 21 oktober 2011

Museum in Rute


Het eerst volgende stadje bij ons vandaan is Rute, zo’n 20 minuten rijden. Het plaatsje zelf ziet er niet echt aantrekkelijk uit maar het heeft toch wel wat leuke bezienswaardigheden. Een daarvan is Museo del Jamon. Natuurlijk kom je binnen via de slagerij. Als wij te kennen geven dat we graag het museum er achter willen zien, wordt het licht voor ons aan gedaan. Alles wat te maken heeft met de bereiding van ham staat mooi uitgestald. 

Tegenover het hammuseum zit een anijsmuseum. Ook hier is duidelijk te zien dat de familie trots is op hun product. Alles wat met de familie te maken heeft staat uitgestald in de vele vitrines. Er naast zit ook de destilleerderij waar ze de anijslikeur maken. Kom proeven, wordt er naar ons geroepen. Nou, als er één drankje is wat ik niet lust dan is het een anijsdrankje. De gratis aangeboden ouzo bij de Griek krijg ik ook nooit door mijn keel. Maar goed. We gaan gewoon proeven. Je weet nooit. Voor ons staat een grote kast met een enorme hoeveelheid verschillende soorten anijsdrankjes. Welke wil je proeven? Ik zie aardbeien, chocola, kersen, koffie en nog veel meer. Ik wil ze wel allemaal proeven. Maar na een paar geproefd te hebben laat ik dat uit mijn hoofd want de alcohol stijgt naar mijn hoofd. Natuurlijk willen we een fles mee naar huis nemen maar de keus is moeilijk. De verschillende smaakjes zijn heerlijk. Je moet het goed gekoeld drinken. En die vieze anijssmaak is nergens te bekennen. Enthousiast vertellen we de man, die ons geduldig weer een nieuw glaasje inschenkt, dat hij deze drankjes in Nederland moet gaan verkopen. Hij kijkt ons een beetje sceptisch aan. Nee, zegt hij lachend, het is niet eens in heel Spanje te koop, alleen in Andalusië. We kunnen het gewoon niet geloven. Zulke drankjes zouden toch over de hele wereld verkopen? Nou, misschien moeten we het een andere keer met deze man over exporteren hebben, als hij over zijn bescheidenheid heen is. 

zondag 16 oktober 2011

Douche


De badkamer van onze gastenkamer Olivo op de bovenste etage is later aangelegd. Er moest op de verdieping een afvoer komen voor het toilet en de douche. Direct een pijp naar beneden aanleggen is niet mogelijk want dan komt die midden in de onder gelegen comedor uit. Ze hebben daarom afvoerpijpen in een bocht van 90 graden in het enigszins verlaagde plafond van de comedor gemaakt. Plus nog dat de afvoerpijpen hier in Spanje een kleine diameter hebben zorgt ervoor dat het water van de douche niet meteen wegstroomt. Niets aan de hand als je je even afspoelt. Maar als je lang onder de douche staat dan ontstaat er een waterballet. Sommige gasten houden ervan om lekker lang onder de douche te staan en dan kunnen wij achteraf met de dweil door de kamer. Nu komt daar een einde aan want het doucheplateau wordt verlengd en er komt een hogere drempel voor. Gelukkig hebben we in de garage nog wat extra douchetegeltjes liggen. Een kwakje cement onderin, tegeltjes erop lijmen, tegeltjes voegen en klaar is de douche. Zo, nu hoeft er niet meer gedweild te worden.

dinsdag 11 oktober 2011

Tetería



De eerste tetería die ik ooit ontdekte was in de stad Córdoba. Inmiddels ben ik er achter dat ze in elke grote stad te vinden zijn. Voor degene die zich afvragen wat in hemelsnaam een tetería is volgt een korte uitleg. De tetería is een theehuis, eigenlijk de tegenhanger van de cafetaria waar koffie gedronken wordt. In een tetería drinkt men allerlei soorten thee: rode, groene, zwarte, witte en dan nog de verschillende smaken zoals vanille met chocolade of aardbeien met munt. Daar past dan ook een zoet gebakje bij of een gevuld flensje. De inrichting is geheel in Marokkaanse stijl. De ene nog uitbundiger dan de andere. Sommige serveren ook nog wat Marokkaanse hapjes of soms zelfs hele maaltijden. Op de tafels staat altijd een waterpijp. Ook daarvoor zijn verschillende smaken pijptabak te krijgen. In Spanje mag in de horeca binnen niet gerookt worden dus ik begrijp niet waarom de waterpijpen dan wel mogen. Maar afijn, ze zien er in ieder geval heel leuk uit. Als je in Granada door de calle Calderería Neuva loopt dan zitten er wel 10 tetería’s op een rijtje. Een keertje zijn we bij Las Cuevas naar binnen geweest. Wat we daar in de kelder aantroffen was wel heel bijzonder. De meeste tetería’s hebben wel gekleurde kussentjes en een paar kleden. Maar hier was de hele ruimte gevuld met spulletjes die je in al die Marokkaanse winkeltjes kan kopen. De een zal het kitsch vinden en de ander prachtig. Ik behoor in ieder geval tot de laatste categorie. Je waant je even in een andere wereld.

maandag 10 oktober 2011

De kathedraal van Granada


Wie denkt dat Granada alleen het Alhambra heeft die zit er helemaal naast. Granada heeft zoveel mooie gebouwen. Niet altijd verraadt de buitenkant wat er aan de binnenkant te zien is. Neem nou de kathedraal bijvoorbeeld. Aan de buitenkant niet zo ontzettend bijzonder maar wacht totdat je binnen bent. Dan weet je niet wat je ziet. Zo prachtig! En zo groot! Enorme hoge plafonds met grote orgels erin. Overal beelden en versieringen. Veel pracht en praal. Absoluut waard om een kijkje te nemen. 
Rondom de kathedraal is ook genoeg te zien en te doen. Er staan kraampjes met allerlei soorten thee en kruiden. Daar achter is de Alcaicería, voorheen was het een oude Moorse zijdemarkt maar nu zit het vol met souvenirshops en Marokkaanse winkeltjes. Dan is er een groot plein met terrasjes die, zeker op zondag, gezellig vol zitten. En aan de andere kant van de kathedraal zitten vaak muzikanten te spelen. Wij hebben daar een tijdje gezeten en geluisterd naar het gitaarspel van Jutta Kay y Fransé La Frato. Na afloop hebben we de cd Rumbitas y Flamenco van die twee gekocht zodat we thuis nog verder kunnen genieten.

dinsdag 4 oktober 2011

Alhama de Granada


Hier zijn we al eens geweest maar dat is geen reden om niet nog een keer te gaan kijken. Het is zo’n leuk gemoedelijk dorpje met een unieke ligging daarboven de kloof. De vorige keer overigens hebben we wel een rondgang door het historisch gedeelte van het dorp gedaan maar geen wandeling door de kloof. En dat laatste dat willen we nu wel doen. We glijden gewoon over een paadje naar beneden de kloof in en wandelen over de camino de Los Angeles langs een paar ruïnes. Heel mooi allemaal. We kijken hoe een boer helemaal beneden bij het water zijn moestuin onderhoudt en vragen ons af hoe hij elke keer met alle spullen daar moet komen. We hebben allang gemerkt dat Spanjaarden niet zo gauw ergens mee zitten. Ze frommelen hun auto’s door de smalste straatjes en kruipen de steilste hellingen op ook al zijn ze in de 80. En dan de dames op hun hoge hakjes over de keitjes. Nee, daarbij vergeleken ben ik een echte muts met hoogte-, engte- en dieptevrees. Een Spanjaard lijkt deze angsten niet te kennen.
Er zijn diverse wandelingen in de kloof te maken maar aangezien ze nogal vermoeiend zijn bewaren we de andere routes voor de volgende keer. Na op een terras bijgetankt te hebben gaan we nog net voor sluitingstijd het toeristeninformatiepunt binnen. Daar wordt ons gevraagd of we soms geïnteresseerd zijn om de grotten te bekijken. Natuurlijk zijn we dat. En zo hobbelen we achter de gids aan naar de Mazmorras. Het verhaal is dat de grot eerst als opslagplaats voor graan werd gebruikt. Later werd de grot als gevangenis gebruikt. En nu worden er af en toe optredens gegeven. Als we de andere gebouwen ook willen bekijken aan de binnenkant dan moeten we op zaterdag terug komen want dan zijn er rondleidingen.
Ook weer iets om voor terug te komen.
Aangezien we nu aan de kant van het dorp staan waar de Escalerillas del Diablo zijn dalen we af naar beneden. Het stukje rondom het bruggetje is prachtig.  Na afloop gaan we weer terug naar het terras. Onze vochtvoorraad moet hoognodig bijgevuld worden. Op de terugweg besluiten we om een rondje om het stuwmeer Embalse de los Bermejales te maken. Een mooie tocht maar ons stuwmeer (van Iznájar) is toch vele malen mooier.

vrijdag 30 september 2011

Schoorsteen



Misschien een beetje raar om een schoorsteen dicht te metselen maar wij gebruiken die niet. De vorige Spaanse eigenaren kookten in de garage en daarom hebben ze daar een grote openhaard gemaakt. Wij zijn dat niet van plan. Helemaal weghalen willen we ook niet want stel je voor dat je ooit van die garage een appartement wil maken, dan zou een openhaard erin toch wel heel leuk zijn. Voorlopig blijft de garage gewoon een garage, een opslag voor allerlei spullen. Alleen die spullen willen we wel droog houden. We hebben al gemerkt dat als het regent dan slaat de wind de regen via de bovenste openingen naar beneden. Niet handig en al helemaal niet als je het openhaardhout daar wil opslaan. Nu ligt al het hout buiten met een zeiltje erover heen. Dit werkt meestal prima maar soms waait het zeil eraf of wij vergeten het goed toe te dekken en dan is het hout nat. Als we een voorraadje ook in de garage leggen dan weten we tenminste zeker dat we droog hout hebben op het moment dat onze haard aangaat of als de gasten een haardvuurtje willen. Tenslotte staat in de gasten comedor ook een houtkachel. En daarom wordt nu de schoorsteen in de garage daarboven dicht gemetseld. En mochten we daar ooit weer een vuurtje willen stoken dan zijn die steentjes er zo weer uit geslagen. 

woensdag 28 september 2011

Marokkaanse lamp



Als je door Granada loopt dan kan je er niet om heen. Al die Marokkaanse winkeltjes vol met gekleurde prullaria. Behalve dat het er leuk uitziet lijken ze ook altijd naar mij te roepen: koop mij. Ik kan het dan ook niet laten om iets te kopen. Alle keren dat ik er ben lijken vooral de lampen mij het hardst te roepen. Aangezien wij nog wel een lamp op onze patio kunnen gebruiken gaan we weer op zoek. Maar o o o, wat is het toch moeilijk om een keus te maken. Alle winkeltjes, en dat zijn er heel veel, hangen vol met verschillende lampen, de een nog mooier dan de ander. Heel slim hangen ze nergens een prijskaartje aan dus je bent altijd verplicht om het te vragen. En volgens mij bekijken ze je, schatten de inhoud van je portemonnee en noemen dan een prijs. Aangezien ik altijd bang ben dat er in het volgende winkeltje een nog leukere hangt zijn we nooit tot een koop gekomen. Nu ben ik vast beraden om niet zonder lamp naar huis te gaan. Systematisch werk ik alle winkeltje op een rij af. Overal verrek ik mijn nek en bestudeer de gekleurde lampen aan het plafond. Hier en daar vraag ik de prijs en na winkel 16 besluit ik om terug te gaan naar winkel 2. Of was het nou in winkel 3 die ene rode. Afijn, een paar uur later lopen we terug naar de auto met een grote lamp in onze handen. Hè hè, het is gelukt!

maandag 26 september 2011

Fuente de Piedra


Hier zijn we eens in februari naar toe geweest. Het is een prachtig groot zoutmeer en broedplaats voor de flamingo’s. Alleen toen was er geen flamingo te zien. Komen volgende week, zei het meisje in het informatiecentrum, alsof die roze vogels met de bus uit Afrika worden gehaald. Als het goed is verblijven de vogels hier van februari tot september of als het meer eerder is opgedroogd dan gaan ze ook weg want dan is er geen voedsel meer. We gokken erop dat er nu nog water in staat en ze er dus nog zijn. We sturen onze gasten ook altijd hier naar toe en de meeste vinden het een mooi gebied. Een enkeling is teleurgesteld dat de flamingo’s zo ver weg staan. Ze denken dat je ze, net als in een dierentuin, van dichtbij kan bekijken. Maar dit is de natuur! We komen aan en zien de koloniën al in het water staan. Het zijn er nog heel veel. En ja, je hebt een verrekijker nodig om ze goed te zien. Zo nu en dan vliegen er een paar voorbij en dat is een mooi gezicht. In het informatiecentrum vind je allerlei wetenswaardigheden over deze roze beesten die alleen maar roze zijn als ze veel garnalen eten. Er loopt een wandelpad om het meer heen maar aangezien het een behoorlijke wateroppervlakte heeft beginnen we daar niet aan. Het lijkt ons beter om met de auto erom heen te rijden.Tenslotte zijn er verschillende parkeerplaatsen met uitkijkposten. Net als we terug naar onze auto willen lopen wijst een aardige Spanjaard ons op een uitkijkpost dichtbij wat de moeite waard is. Deze post blijkt uit te kijken op een klein meertje en daar zitten, nou ja staan eigenlijk, een aantal flamingo’s. De afstand is hier een stuk kleiner waardoor je de vogels goed kan bekijken. Geweldig! Na dit maken we een rondje met de auto rond het hele meer, dat overigens nog een uurtje in beslag neemt omdat we verschillende keren uitstappen om foto’s te maken.
Degene die ons kennen weten wel dat we het niet kunnen laten om ook nog naar de ezelopvang te gaan. Tenslotte ligt dat hier om de hoek. Een rondje langs alle ezels in Refugio del Burrito is altijd leuk. De ezels die daar zin in hebben krijgen dan van ons een flinke hug.

zondag 18 september 2011

Lobo Park


Diverse gasten van ons zijn al naar het Lobo park geweest en iedereen komt enthousiast terug. Hoog tijd dat wij zelf eens daar gaan kijken. Lobo park ligt naast Antequera en tegenover El Torcal. Het is een groot omheind terrein waar verschillende soorten wolven verblijven. Je kunt ze alleen bekijken tijdens een rondleiding. We zoeken dus eerst uit hoe laat er eentje wordt gegeven. Op www.lobopark.com staat alle informatie. Tevens staat daar ook de data voor de Wolf Howl Nights. Je krijgt eerst een diner met uitzicht op El Torcal en daarna een rondleiding waarin je de wolven kan horen huilen bij volle maan. Al hoewel ons dit fantastisch lijkt willen we ze toch eerst bij daglicht bekijken. Onze groep bestaat uit Spanjaarden maar gelukkig krijgen wij uitleg op zijn Engels. De tour begint eerst bij de huisdieren. We zien onder andere wat geiten en varkens. Over deze laatste horen we iets wat we nog niet wisten, namelijk dat varkens goede speur”honden”. Ze worden vaak ingezet om drugs op te sporen en zijn daarin succesvoller dan honden. Dat een varken beter leert dan een hond komt omdat een varken alleen maar geïnteresseerd is in eten. Dus als je hem beloond met voedsel doet hij alles voor je. Een hond heeft nog zoveel andere interesses dat hij niet altijd geneigd is te doen wat jij wil dat hij doet. De volgende keer moeten we toch maar een varken nemen in plaats van een hond!
Na de huisdieren gaan we op zoek naar de wolven. Er zijn 4 soorten wolven in het park: uit de bossen van Canada, van de toendra’s van Alaska, uit Europa, vooral Polen en Rusland en van het Iberisch schiereiland, Spanje en Portugal. In de zomer zitten ze allemaal lekker in de schaduw dus er moet wel wat vlees aan te pas komen om ze tevoorschijn te krijgen. Als de stukjes vlees over het hoge hek worden gegooid  dan springen de wolven uit alle bosjes. Je zou denken dat wolven eruit zien als honden en dat klopt ook wel een beetje maar hun gedrag maakt ze toch wel wat indrukwekkender. En vooral de blik in hun ogen maakt dat ze er gevaarlijk uit zien. Na een uur buiten rond wandelen snuffelen we binnen nog tussen de souvenirs. Blijft altijd leuk om iets als aandenken mee te nemen. We gaan zeker nog terug voor de huilnachten en we willen de wolven ook graag een keer in de winter zien want dan hebben ze een mooie dikke vacht. 

vrijdag 16 september 2011

El Torcal


Het ligt niet zo ver bij ons vandaan. Net voorbij Antequera vind je dit kalksteengebergte. De weg er naar toe is al mooi en krijg je al een beeld van hoe het gebied eruit ziet. Bovenaan is een parkeerplaats met cafetaria en een bezoekerscentrum waar je informatie kunt krijgen over het ontstaan van het gebergte. Daar is ook een makkelijk begaanbaar pad met een mooi uitzicht. Wil je echt genieten van dit bijzondere natuurpark dan kan je het beste een wandeling maken. Er zijn verschillende routes uitgezet. We kiezen de langste wandeling van 2 uur. Gewapend met goede schoenen, dun jasje, hoed en flesjes drinken begint de tocht. Het pad is goed begaanbaar op wat stekelige onkruid na, dit is de reden waarom een lange broek fijner is dan een korte. Sommige stenen zijn een beetje glibberig en daarom begrijpen wij niet waarom er mensen zijn die toch op hun teenslippertjes aan zo’n wandeling beginnen. Deze ochtend is de lucht helder maar regelmatig is het anders. Het kan beneden in Antequera mooi zonnig weer zijn maar hier boven hangen vaak wolken. Aangezien je op 1400 meter hoogte bent zit je al gauw met je hoofd in de mist. Nu is het een blauwe lucht en heb je goed zicht op Malaga en de zee. 
Volgens het informatiefoldertje zijn er 11 soorten reptielen, 82 soorten vogels, 22 soorten zoogdieren en over de 100 soorten insecten. Dat laatste geloven we wel want er zoemt, prikt en zit regelmatig iets op en om onze neus. Ook wat verschillende vogels fladderen voorbij. De reptielen zullen er ongetwijfeld zijn maar, gelukkig, komen we die niet tegen. En van alle soorten zoogdieren komen we er maar 2 tegen. Eentje loopt op 2 benen en de andere zijn gemzen. Het is duidelijk dat ze regelmatig mensen zien want weglopen doen ze niet. De tocht duurt langer dan 2 uur omdat we regelmatig stoppen om foto’s te maken en te genieten van dit stukje prachtige natuur.
Het is de bedoeling dat we een andere keer ook de kortere wandelingen gaan doen want dit is een gebied waar je niet op uitgekeken raakt. 

maandag 1 augustus 2011

Irrigatiesysteem

Eigenlijk wilde we er niet aan. Iemand had ons verteld dat de eerste planten genoeg water krijgen maar het laatste plantje aan de slang haast niets. Weer een ander had ons verteld dat het een heel duur systeem is, zeker als je een grote tuin hebt. En daarom stonden we elke dag 2 uur met een tuinslang in onze hand de plantjes te redden van de droogte. Elke dag 2 uur! Alsof we niets anders te doen hadden. Totdat we van iemand een stukje slang met watertimer krijgen om uit te proberen. Eerst hebben we op elke helft van onze tuin een kraan aangelegd, 2 kranen dus. Zo proberen we het probleem van de laatste plant geen water op te lossen. Immers op zo´n manier zijn er minder planten aan 1 slang. Vervolgens naar de bouwmarkt om het systeem aan te schaffen. Maar als je de hele wand vol ziet hangen met allerlei dopjes, sproeiers, staafjes, druppelaars, koppelstukken, slangen, beugels dan wil je eigenlijk meteen weer omdraaien. Hoe weet je nou wat je nodig hebt? Het is een soort meccano. Na een uur alle pakjes te hebben bekeken besluiten we om een startpakket te kopen. Daarmee kunnen we de eerste 25 meter aanleggen en raken we vertrouwd met het hele systeem. Thuis aangekomen alle stukjes op de grond neer gezet en puzzelen maar. Goh, wat is dat leuk werk. Langzaam bouw je een heel bewateringssysteem. En als dan uiteindelijk water uit al die sproeiertjes en druppelaars komt dan ben je zo blij als een kind. Inmiddels zijn we nog een startpakket en wat los spul verder en daarmee hebben we de gehele buitenrand van de achtertuin gehad. Dit scheelt ons al veel werk elke dag. Maar we willen ook nog alle vakken aan de binnenkant doen. Natuurlijk blijft er nog genoeg planten over die we met de tuinslang doen zoals alle potten aan de muur en op de patio en de gehele voortuin. En de prijs? Dat valt reuze mee. Bij elkaar zo rond de 150 euro maar dan heb je het ook over 700 m2 siertuin.

zaterdag 30 juli 2011

Lucena

Sommige plaatsen daar ga je heen met een bepaald doel en voor de rest kom je daar niet. Lucena is zo´n plaats. Het ligt iets van 25 kilometer bij ons vandaan. De weg er naar toe is prachtig. Het eerste stuk gaat langs het stuwmeer van Iznájar en daarna slingert het door kleine dorpjes heen. Maar als je de stad nadert dan ziet het er niet aantrekkelijk uit. Veel leegstaande gebouwen, ooit meubelzaken geweest maar door de crisis allemaal failliet. Sommige verlaten fabrieken hebben ze afgebroken en zijn ze begonnen aan een woonwijk. Hier leggen ze eerst de infrastructuur aan en dan pas bouwen ze de huizen. Je ziet dan een stratenblok compleet met stoep en lantaarnpalen, echter geen huis te bekennen, dat doen ze later pas. In Nederland is dat vaak andersom. Ik kan me nog herinneren toen we in Capelle a/d Ijssel een nieuwbouwhuis kochten, daar hebben we de eerste maanden door de modder naar ons huis moeten baggeren omdat er geen straat en stoep was.  Maar ook de nieuwbouw hier ligt helemaal stil door de crisis. Als we deze trieste aanblik achterons laten gaan we meestal via de ringweg naar een grote winkelcentrum waar van alles te krijgen is. Nu besluiten we om eens het centrum in te gaan. De borden geven casco histórico aan, dat betekent dat er toch iets van oude gebouwen moeten staan. Na de auto in een parkeergarage weg gemoffeld te hebben volgen we de borden Oficina de Turismo. Hoe we ook draaien om de plek waar het zou moeten zitten, geen oficina te vinden. De straat ervoor is ook helemaal opgebroken. Nou ja, gelukkig hebben we een plattegrondje, ooit eens van een van onze gasten gehad. Wat krijgen we eigenlijk veel van onze gasten! En met dat in onze hand bezoeken we een aantal historische gebouwen. De kerken zijn altijd het spannendst, je weet namelijk nooit wat je achter het gordijn te zien krijgt. En zo ook als we de Parroquia de San Mateo binnenlopen. Prachtig!
Vol enthousiasme wandelen we naar nog een paar iglesias. Helaas, daar zijn de deuren dicht en kunnen we niet binnen gluren. O daar, de deur van de Convento de los Frailes staat open. We lopen de lange gangen door en plots staan daar een paar verbaasde paters voor onze neus. Waar gaan jullie naar toe, wordt er aan ons gevraagd. Ehh....dit mooie gebouw aan de binnenkant bekijken, antwoorden we. Lachend wordt ons duidelijk gemaakt dat dit niet de bedoeling is tenzij we tot het klooster willen toetreden. Jammer, het beetje wat we gezien hebben was al mooi maar de rest krijgen we niet te zien. Na een ochtend rond geslenterd te hebben besluiten we huiswaarts te keren. Nog voordat we de parkeergarage in duiken hangt er een grote poster met de vraag of al het Palacio Condes de Santa Ana hebben bezocht. De foto erbij doet ons omdraaien en op zoek gaan daar naar. Weer een open deur. Voorzichtig lopen we naar binnen, na ons vorige avontuur zijn we wat terughoudender geworden. Een vriendelijke dame vraagt of we een rondleiding willen. Dat willen we wel. Ze vertelt enthousiast over de geschiedenis en de restauratie van het gebouw. De entree met trap heeft een prachtig plafond.
Maar naarmate we verder lopen zien we alleen maar grote lege witte muren. Ze legt uit dat het gebouw nu gebruikt wordt voor het houden van expositie´s maar dat er op dit moment niets is, pas in september is er weer een nieuwe expositie.  Maar dat er nu geen schilderij te zien is daar trekt ze zich niets van aan. Ze sjouwt met ons het hele gebouw door langs alle lege witte muren. Als we even wat later weer buiten staan moeten we toch wel lachen om deze bijzondere rondleiding.  Al met al een leuk stadje dat best het bezichtigen waard is.

zondag 24 juli 2011

Verse produkten

Regelmatig kook ik voor de gasten en dan gebruik ik het liefst verse produkten. Niks verser dan een eigen moestuin. Maar als je nooit een moestuin hebt gehad dan is het in het begin toch een hoop uitproberen. Met zaadjes werken vraagt heel veel geduld, water geven en gepriegel met het verspenen. Al kleine plantjes kopen is iets makkelijker. De vraag blijft dan altijd nog, hoeveel plantjes koop ik van elke groenten en hoever moet ik ze uit elkaar planten. Ik ben er nu achter gekomen dat ik beide niet goed heb gedaan. Ik heb teveel plantjes van dezelfde soort gekocht en ze te dicht op elkaar geplant. In het begin was er niets aan het handje omdat de plantjes nog klein waren ging alles goed. Nu het enorme planten zijn geworden zitten ze elkaar in de weg. Maar.... er groeit wel wat groenten aan. De courgette, aubergine en tomaten doen het goed. De pepertjes blijven wat achter en de komkommer lijkt nergens op. Heb geen idee waarom, het blijven gewoon kleine augurkjes die al snel geel worden. Het vervelende is soms wel dat je in één keer een lading van hetzelfde hebt zodat je denkt: wat ik moet ik daar nu weer van maken. Gelukkig heb ik nu een eetblog gevonden waar ik lekkere recepten vandaan kan halen......

donderdag 21 juli 2011

Sierra Nevada

Behalve een heleboel cultuur is er in Andalusië ook heel veel natuur. Vorig jaar hadden we gasten die geen enkele stad hebben bezocht maar alleen natuurgebieden. Van ons uit kun je diverse parken bezoeken. Dichtbij is onder andere El Torcal, El Chorro, Montes de Malaga en La Subbetica. Ietsje verderweg ligt de Sierra Nevada met daarin de hoogste toppen van Spanje. Onnodig te vermelden dat daar de eeuwige sneeuw ligt en dat het, niet alleen voor de Spanjaarden, de plek is om te skiën. In de zomer is het een wandelparadijs. De zuidkant van de Sierra Nevada, Las Alpujarras, is een geweldig gebied met witte dorpen en ontelbare wandelwegen. Helaas, deze kant is te ver weg bij ons vandaan. Echter, de noordkant is goed aan te rijden. Als je een beetje vroeg op pad gaat dan kan je daar een flinke wandeling maken. Begin juni gaat Rob samen met een vriend, dezelfde met wie hij ook de Maroma en de Tiñosa heeft gedaan, een wandeling maken naar de Valeta, de op een na hoogste top, 3470 meter. De weersvoorspelling voor die dag is niet slecht. Een beetje bewolkt, een spatje regen en niet zo warm. Dat is mooi als je een paar uur gaat wandelen.
De auto laten ze achter bij Hoya de la Mora. Gewapend met regenjas, voor het geval dat, gaan ze op pad. De weg naar boven is makkelijk begaanbaar. Hoe hoger ze komen hoe lager de bewolking hangt en wat zijn ze blij met het regenjasje. Niet dat er regen valt maar het beschermt ook tegen de kou. De temperatuur is ondertussen tegen het vriespunt gezakt. En hun schoenen worden nat van de sneeuw. Als ze tegen het middaguur zo hoog komen dat ze tot hun knieën weg zakken in de sneeuw en ze geen hand meer voor ogen zien door de dichte mist besluiten ze om terug te keren. Toch wel heel bijzonder om in juni door de sneeuw te baggeren. Tegen de avond zijn ze weer thuis met veel foto´s en verhalen, plus een geweldige ervaring rijker. Degene die ook graag zo´n tocht wil maken die kan kijken op Wikiloc daar staat de gehele route uitgestippeld.

maandag 18 juli 2011

Het Alhambra

Van ons uit is het net een uurtje rijden naar het Alhambra in Granada. Numero uno van de highlights van Andalusië.  Omdat er per dag maar een beperkt aantal mensen wordt toegelaten is het handig om de kaartjes al van te voren te bestellen via internet http://www.alhambra-tickets.es  Je kent dat wel, vlak voordat je weg wil nog effe snel op internet om dit regelen. Klik, klik, klik, zó en betaald. Als je dan goed naar je reserveringsformulier kijkt dan blijkt opeens dat je de verkeerde datum hebt ingevuld. Dit overkwam één van onze gasten een paar weken geleden. Tja, eenmaal besteld kan er niet meer geannuleerd worden.  Ze reserveren opnieuw kaartjes en dan op de goede datum en geven de andere aan ons met de vraag of wij iemand weten die daar graag heen wil. Wij zijn al eens geweest maar zoiets moois kan je gerust vaker bekijken.
En zo komt het dat wij naar het Alhambra gaan. Gelukkig deden ze aan de kassa niet moeilijk dat de kaartjes op naam van iemand anders stonden. Goh, wat is het toch allemaal veranderd, roep ik terwijl ik vol verbazing om me heen kijk. Het is voor mij inmiddels 25 jaar geleden dat ik hier geweest ben en toen zag het er heel anders uit. De gebouwen waren nog niet zo mooi gerenoveerd. Je auto kon je gewoon in de straatjes voor het paleis parkeren. Niks van kaartjes bestellen, gewoon aan de kassa halen. In een uurtje had je toen alles bekeken, nu heb je toch minstens 3 uur nodig. Als eerste bekijken we de Palacios Nazaries, want daar kan je alleen naar binnen op het tijdstip wat op je kaartje staat. Helaas, de fontein met de leeuwen is nog steeds in onderhoud. Ondertussen hebben ze de 12 leeuwen helemaal gerestaureerd maar aan de fontein wordt nog gewerkt. Hierna maken we een wandeling door het Alcazaba, dit fort behoort tot één van de oudste gedeeltes van het Alhambra.
Aangezien het buiten tegen de 37 graden is, besluiten we een beetje af te koelen binnen in het Palacio Carlos V, hierin zit namelijk een museum. En waar schilderijen hangen is het koel. Tot onze vreugde staat er in deze koele ruimte ook nog een enorme loungebank waar je heerlijk een boek over kunst kunt lezen. Als we helemaal zijn bijgekomen vervolgen we onze tocht naar de Generalife door de tuinen van het Partal. De Generalife bestaat uit tuinen op verschillende niveaus en het zomer paleis. Pas in de avond keren we huiswaarts. Ondanks de hitte hebben we genoten van de schoonheid van de gebouwen en de tuinen. Het blijft allemaal indrukwekkend. En als iemand weer eens kaartjes besteld op de verkeerde datum dan gaan we graag nog een keer.

zondag 17 juli 2011

Medina Azahara

Om onze gasten zo goed mogelijk te kunnen informeren over wat er te zien is in onze omgeving willen we de bezienswaardigheden zelf bekeken hebben. In de drie jaar dat we hier nu zitten hebben we ook al aardig wat uitstapjes gemaakt maar er is nog zoveel te ontdekken.  Af en toe, als we een dagje vrij zijn, maken we van de gelegenheid gebruik om op pad te gaan. Zo ook vandaag.  
Net buiten Córdoba vind je overblijfselen van wat ooit een prachtige paleisstad is geweest. In 936 werd het gebouwd in opdracht van Abd-al-Rahman III. Helaas heeft deze stad niet lang bestaan. De Berbers hebben het geplunderd en in brand gestoken in 1013. Pas in 1911 werd er begonnen met archeologische opgravingen.
 Wij zijn wel benieuwd naar dit bouwwerk ondanks dat we ons realiseren dat er niet veel meer over is dan een hoop oude stenen. Het is even zoeken naar de weg er naar toe want er wordt overal aan de weg gewerkt. Uiteindelijk vinden we de borden die ons leiden naar een Amerikaans uitziend bezoekerscentrum waar tevens het archeologisch museum is gevestigd. Het is in 2009 gebouwd en ziet er uit als een blokkendoos gemaakt van beton met staal. Een supermodern gebouw wat je eigenlijk niet verwacht als je naar overblijfselen uit 936 gaat kijken. Voor EU inwoners is de entree gratis anders betaal je € 1,50. Uit welk land komen jullie, vraagt de aardige meneer achter de balie. Uit Nederland, antwoorden wij in koor. Mag ik legitimatie zien, vraagt hij vervolgens. Zonder erover na te denken halen wij  ons Spaans rijbewijs tevoorschijn. Dit vindt hij wel heel erg leuk en begint vervolgens een heel gesprek met ons over waar we wonen, wat we doen, wat we van Spanje vinden enz., zich niets van aantrekkend dat de mensen achter ons geduldig staan te wachten. Na een discussie welk land hij nou op de lijst moest zetten, Nederland of Spanje, hollen we naar de filmzaal waar een animatiefilm start. Het is een mooie film over hoe de paleisstad er toen uitzag, inclusief de kalief en zijn onderdanen. Op ingenieuze wijze laten ze eerst het beeld zien hoe het er nu uitziet Over dit beeld heen trekken ze de muren omhoog en scheppen een compleet beeld van hoe het is geweest. We staan te popelen om het in het echt te zien. Eerst nemen we nog een kijkje in de zaal er naast waar allerlei opgegraven gebruiksvoorwerpen tentoongesteld zijn.
Daarna pakken we de bus om naar de ruïnes te gaan. Deze liggen tegen een berg aan en van daaruit heb je zicht over de stad Córdoba. Het is een enorm complex bestaande uit drie terrassen met verschillende gebouwen en tuinen en totaal omsloten door een nog intacte muurring.  Er is een route aangelegd langs de verschillende vertrekken met overal een bordje met wat uitleg zodat je je een beeld kan vormen hoe het hier uit moet hebben gezien honderden jaren geleden. Ook door de film heb je enigzins een idee, anders zie je alleen wat oude stenen met hier en daar een pilaar. Met een beetje fantasie kun je de hele stad voor je zien. En stel dat ze miljoenen tot hun beschikking hadden en dit zouden kunnen terug brengen in zijn oorspronkelijke staat. Dan had Andalusië  er weer een topattractie, zoals het Alhambra, bij. Helaas, dit zal nooit gebeuren. Er wordt nu wel aan gewerkt, men probeert zoveel mogelijk te reconstrueren maar als ik dan naar een mannetje kijk die met zijn verfkwastje een vierkante meter staat te verven ben ik bang dat wij dit niet meer gaan mee maken.